Data en Dashboards (KPI Live)

door | 25 september 2025

KPI Live – Data en Dashboards

De presentatie, gegeven door Sander Janssen van Wageningen University & Research (WUR), belicht de lessen die geleerd zijn uit de operationalisering van data en rekenregels binnen het KPI-K (Kritische Prestatie Indicatoren – Kernset) programma. De WUR heeft in verschillende provinciale en thematische pilots data verkregen om KPI’s te berekenen, zowel indicatoren uit de kernset als additionele indicatoren. Doel is te ondervinden wat werkt en wat niet goed werkt, om te komen tot universele berekeningswijzen. WUR bouwt niet een definitieve applicatie. De uitkomsten zijn behulpzaam om toepassingen vorm te geven. De scores helpen om benchmarks en eventuele doelwaardes te kunnen bepalen.

Eisen en Principes voor de Datastrategie

Voor de implementatie van KPI-K zijn vooraf principes geformuleerd. Het systeem moet sector-overstijgend werken, en iedere boer moet kunnen meedoen, ongeacht de IT-vaardigheid. De rekenregels moeten transparant, getoetst en centraal beheerd worden, bruikbaar voor meerdere partijen. Daarnaast is het beperken van de administratieve lasten door gebruik te maken van bestaande gegevens, en door standaardisatie essentieel. Uiteindelijk is een dashboard voor de boer belangrijk, dat ingezet kan worden ter verbetering van de bedrijfsvoering. 

Landbouw in Nederland kent al een rijk data-ecosysteem voor diverse toepassingen. Mede daarom is het belangrijk de verschillende onderdelen los van elkaar te laten functioneren. Data moet (ook) geschikt blijven voor andere toepassingen, visualisatie van scores kan op vele manieren, die passen bij de subsector of de toepasser. Veel partijen proberen nu ál die functies tegelijk te vervullen, maar dat is een illusie. Specialisatie op onderdelen is juist gewenst, mogelijk gemaakt door standaardisatie van lijsten met codes, indelingen en door koppelvlakken (API’s). Daarom is er binnen het team van Sander Janssen gewerkt met een Gelaagde Applicatiestructuur (Separation of Concerns: datalaag, rekenlaag, visualisatie). De ontwikkeling verliep agile, volgens de Minimum Viable Product (MVP) aanpak.

Dataverwerking en Beveiliging

De pilots hanteren een kernset van 12-15 indicatoren. De basis voor berekeningen zijn de RVO percelen (BRP/Gecombineerde Opgave), waarbij bedrijfs-KPI’s een aggregatie zijn van perceels-KPI’s. Waar mogelijk wordt gebruikgemaakt van bestaande data en tools (BMS, KLW, AgroDataCube).

De gegevens van de boeren worden beheerd via een Data Gebruiksovereenkomst. Data wordt veilig opgeslagen op een WUR-server. Pseudonimisering van data en KPI’s is een kernprincipe; onderzoekers hebben enkel toegang tot gepseudonimiseerde data.

Lessen Geleerd

Uit de operationalisering zijn cruciale lessen getrokken met betrekking tot de architectuur, data, rekenharten en visualisatie:

  • Architectuur en IT-Landschap: Er heerst fragmentatie per deelsector, wat veel datakoppelingen vereist en het systeem kostbaar maakt. Een centrale aanbeveling is om de focus te leggen op een objectieve rekenlaag. De datalaag en dashboarding zouden niet de primaire focus moeten zijn van het KPI-K project.
  • Data: De dataregistratie door boeren is een zwakke plek (onvolledige BMS-gegevens, missende zelfregistratie). Hierdoor ontstaat een onvolledig beeld en wordt controle bemoeilijkt. De aanbeveling is om te investeren in betere dataregistratie op het boerenbedrijf. Daarnaast zijn cruciale databronnen vaak nog niet automatisch te koppelen via API’s, en is het gebrek aan standaardlijsten voor gewassen en meststoffen een arbeidsintensief en foutgevoelig probleem.
  • Rekenharten: Veel rekenharten (zoals KLW, Milieumeetlat) zijn beschikbaar, maar zijn vaak niet robuust geïmplementeerd (soms in Excel) of versmolten in grotere data-infrastructuren waardoor ze niet te isoleren zijn. Verschillende versies van rekenharten leiden tot verwarring. De noodzaak is groot voor een onafhankelijk referentiepunt met een betrouwbaar rekenhart en duidelijk versiebeheer.

Visualisatie: Hoewel dashboards beschikbaar zijn (WUR heeft een prototype op farmds.org), ervaren boeren de datakoppelingen en de noodzakelijke stappen als complex. Boeren hoeven slechts een of twee keer per jaar op een dashboard te zijn voor KPI’s. De aanbeveling is om niet alles in één dashboard te willen stoppen (“Geen one-solution-fits-all”) en te blijven testen met boeren om het handelingsperspectief te verbeteren.

 

 

Discussie en Conclusies

In de discussie met de deelnemers kwam de worsteling met regie en governance naar voren. Er is een sterke consensus dat de governance van de rekenlaag het belangrijkst is, om de betrouwbaarheid van de uitkomsten te garanderen. Het beheer van standaardlijsten (gewassen, meststoffen) is cruciaal, maar de rol van wie dit centraal moet organiseren, is nog onduidelijk.

Een belangrijk spanningsveld is de simpelheid versus de behoefte aan detail. Hoewel een eenvoudig systeem gewenst is om administratieve lasten te verlagen, willen duurzame boeren juist voldoende detail om hun onderscheidende prestaties te tonen en verbeteringen op perceelsniveau door te voeren.

Het is duidelijk dat harmonisatie en data-integratie veel en cruciaal werk is. Het pad naar doelsturing is complex en vraagt tijd en gezamenlijke stappen van alle partijen. Er is geen “gouden standaard” of totale oplossing voor alle problemen; samenwerking, betrouwbare rekenharten, en het loskoppelen van de verschillende lagen zijn de sleutels om vooruitgang te boeken.

De volledige presentatie vindt u hier