Wat samen en wat apart in de KPI-familie

door | 10 november 2025

Wat samen en wat apart in de KPI-familie

Met de KPI-kernset als instrument breng je de duurzaamheidsprestaties van individuele boerenbedrijven in beeld op een universele BoerenKPI-scorekaart. Diverse toepassers kunnen vervolgens op basis van die voetafdruk prikkels instellen in de hoop het management van de boer te beïnvloeden in de door hen gewenste richting. Als het positieve prikkels zijn in de vorm van financiële beloningen, ontstaat een collectief financieringsmodel voor verduurzaming. 

Die toepassers zijn bijvoorbeeld Rijk, Provincies en andere overheden, banken, grondeigenaren of bedrijven. Zij maken gebruik van dezelfde KPI-set, maar kunnen hun eigen toepassing ontwerpen, met eigen drempelwaarden. Om tot een standaard berekening te komen is afstemming en samenwerking nodig, maar de toepassing zelf -en de geboden voordelen- bepaalt iedere toepasser voor zichzelf. Dus sommige dingen doe je samen, andere apart. Net als in families.

De KPI-Live-sessie op 4 november, getiteld “Toepassingen van de KPI kernset: wie is wie in de familie?”, had als centraal thema de implementatie van een gezamenlijke set duurzaamheidsindicatoren (KPI’s) en de noodzakelijke publiek-private samenwerking om deze instrumenten grootschalig in te zetten. 

Visie: een gezamenlijke taal van duurzaamheidsindicatoren binnen de familie

De aanleiding voor het KPI-K project is helder: we moeten van een ongewenste situatie met negatieve prikkels, een gebrek aan samenhang en trage realisatie van duurzaamheidsdoelen naar een situatie waarin duurzamer boeren loont. De gekozen oplossingsrichting is de ontwikkeling van Kritische Prestatie Indicatoren als gezamenlijke taal. Deze set functioneert als brugfunctie tussen doelen (zoals klimaat, water, biodiversiteit) en acties op het boerenbedrijf, aldus Joan Reijs (WUR). Het KPI-K kennisconsortium, onder leiding van WUR en Boerenverstand, werkt in opdracht van LVVN aan deze integrale set Kritische Prestatie Indicatoren. 

De architectuur: uniformiteit in berekening, maatwerk in toepassing

Om de administratieve lasten te beperken en afstemming mogelijk te maken, is een duidelijke architectuur noodzakelijk. Deze scheidt de datalaag, de rekenlaag en de presentatie/interpretatielaag. Reijs benadrukt dat het essentieel is om de rekenlaag  -de berekening van de KPI’s- zoveel mogelijk centraal te beheren. Dit voorkomt onnodig verschillende uitkomsten. De flexibiliteit en het maatwerk komen in de interpretatielaag. “In die toepassing, in de presentatie en de interpretatie, daar heb je maatwerk nodig per partij”. Het KPI-K project levert dan ook “geen drempel- en streefwaarden doelbereik” op; dit is aan de toepassende partijen.

Het familieportret: wie is wie en het gebruik van de KPI’s

Ellen Tijkotte (Boerenverstand) legt uit dat er al diverse toepassingen zijn van de KPI-kernset binnen de ‘familie’ van publieke en private partijen:

• Provincies: Zij zijn vanaf het eerste uur betrokken bij KPI-K en lopen voorop in het gebruik. Ze zetten de KPI’s nu vooral in voor stimulering en zoeken geborgde manieren om doelbereik op gebiedsniveau aan te tonen. Om versnippering tussen provincies samen te brengen is een IPO routekaart in ontwikkeling om coördinatie te verbeteren.

Rijksoverheid (LVVN): De Rijksoverheid is bezig met een systeemomslag en werkt aan de concrete invulling van bedrijfsgerichte doelsturing op stikstof, klimaat en water. Het KPI-K kennisconsortium ondersteunt dit programma. Daarnaast wordt erover nagedacht hoe de integrale kernset ingezet kan worden in bestaande stimuleringsregelingen.

• Decentrale overheden: Enkele gemeentes en waterschappen werken aan stimulering duurzaamheidsprestaties via integrale KPI programma’s. Voor waterschappen liggen er nog grote kansen om met KPI’s aan de wateropgaven landelijk gebied te werken. Terreinbeherende organisaties zetten KPI’s in om duurzamere bedrijven korting of voorkeur op de pacht te geven. Er wordt nu nog een grote verscheidenheid aan KPI-sets gebruikt.

Bedrijfsleven

Zuivel De zuivelsector is vergevorderd, met name dankzij de Kringloopwijzer en de Biodiversiteitsmonitor melkveehouderij. De berekening is grotendeels geautomatiseerd. Sturing heeft al meetbare impact gehad, waaronder reducties in CO2-uitstoot. 

Akkerbouw: De akkerbouw is minder ver in het gebruik van KPI’s. De Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw (BMA), waarin de KPI’s zijn opgenomen, worden door ketenpartijen omarmd, maar de beschikbare data is nog lang niet zo compleet en uniform als in de melkveehouderij, aldus Tijkotte. 

In internationaal perspectief zijn KPI’s relevant voor het bedrijfsleven vanwege CSRD-rapportageverplichtingen.

Voorbeeld: Agrarisch Natuurlijk

Linda Romijn (Boerennatuur) werkt samen met ZuivelNL aan het project Agrarisch Natuurlijk. Dit project werkt landelijk, in de melkveehouderij. Het doel is om de versnipperde informatie over de genomen natuurmaatregelen bij elkaar te brengen in een uniforme datastroom. Het project heeft 700 melkveehouders bereikt die advies krijgen van een agrarisch collectief over aanvullende natuurmaatregelen, waardoor zij hun KPI-score op dit gebied kunnen beïnvloeden.

De KPI-scores worden inzichtelijk gemaakt voor de boer en kunnen beschikbaar gesteld worden voor belonende partijen. Belangrijk is dat de beloning voor deze prestaties momenteel niet uniform is en verschilt per zuivelfabriek of provincie. Boerennatuur streeft ernaar dat de boer op “meerdere fronten kan worden beloond” door de kerngetallen zoveel mogelijk te uniformiseren.

De systeemomslag: van Inspanning naar Resultaat

De inzet van de kernset leidt tot een verandering in de sturing, van een inspanningsverplichting (afvinken van maatregelen op een lijst) naar een resultaatverplichting. Dus geen uurloon maar stukloon, aldus Josien Kapma (FarmHack). Dit betekent dat boeren wel inzicht moeten krijgen in welke maatregelen daadwerkelijk leiden tot “goede impact, goede resultaten” op de KPI’s maar dat zij ruimte hebben om daarin keuzes te maken die bij het bedrijf passen. 

De belangrijkste uitdaging: publiek-private governance

De grootste uitdaging voor de toekomst is de publiek-private aansturing van het KPI-K werk. Zonder deze governance structuur is er geen regie, geen voortgang. In de zoektocht naar een overkoepelend framework dat dit werk kan borgen, wordt gekeken naar True Value Language (TVL). Dit initiatief, dat eveneens streeft naar een gezamenlijke duurzaamheidstaal, zou de “nieuwe familienaam kunnen worden” voor de coördinatie van de KPI-K inspanningen. 

Kortom: Er is sprake van een aanzienlijke beweging waarbij private partijen en provincies de KPI-set oppakken. In de komende periode zijn het borgen en automatiseren van data, het onderbouwen van doelbereik, en vooral het vaststellen van de gezamenlijke governance om de uniformiteit en bruikbaarheid van de KPI-kernset te garanderen.

De pdf van de presentatie vindt u hier.

De volgende KPI Live is do. 13 nov 15:00-16:15, over True Value Language, met Gerben Boom